Gemeenteraad Dijk en Waard Debatteert over Armoedebeleid: "Kinderen in Armoede is een No-Go"

In een intens debat over het armoedebeleid van de gemeente Dijk en Waard, kwamen raadsleden samen om te discussiëren over de toekomst van het minimabeleid. De vraag of de inkomensgrens verhoogd moet worden naar 130% van het sociaal minimum stond centraal, met als doel om meer inwoners te ondersteunen.

Politiekverslaggever Rijk de Bat

Tijdens de raadsvergadering werd duidelijk dat armoede een onderwerp is dat de gemoederen flink bezighoudt. De discussie werd geopend door de voorzitter, die de complexiteit van het onderwerp benadrukte. "Het is voor ons ook heel spannend," gaf hij toe, verwijzend naar de vele factoren die meespelen in het armoedebeleid.

De Partij van de Arbeid pleitte voor een verhoging van de inkomensgrens naar 130%, met als argument dat dit meer gezinnen zou helpen, vooral in tijden van stijgende kosten. "We moeten ervoor zorgen dat kinderen niet in armoede opgroeien," benadrukte een van de raadsleden. Dit standpunt werd gedeeld door meerdere partijen, waaronder de ChristenUnie, die ook wees op de noodzaak van maatwerk en het belang van een integrale aanpak.

De VVD daarentegen uitte zorgen over de mogelijke gevolgen van een verhoging naar 130%. "Werken moet lonen," stelde de fractievoorzitter. "We moeten voorkomen dat mensen afhankelijk worden van bijstand." De partij pleitte voor meer focus op preventie en vroegsignalering om schulden te voorkomen.

Een ander belangrijk punt van discussie was de rol van vrijwilligerswerk en de mogelijkheid van een uitstroompremie voor langdurig werklozen. "Iedere persoon die uit deze situatie komt, is er één," aldus een raadslid van D66, dat het belang van werk als middel tot participatie benadrukte.

De wethouder kreeg de opdracht om de verschillende opties verder uit te werken en daarbij rekening te houden met de input van de raadsleden. "We moeten meer nadruk leggen op voorzorg in plaats van nazorg," klonk het vanuit het CDA, dat ook pleitte voor een bredere samenwerking met maatschappelijke organisaties.

Het debat maakte duidelijk dat er nog veel werk aan de winkel is, maar de betrokkenheid van de raadsleden biedt hoop voor de toekomst. Het is nu aan de wethouder en de ambtelijke organisatie om de input te verwerken en met een concreet voorstel te komen dat recht doet aan de diverse wensen en zorgen van de raad.